Een winst- en verliesrekening is eigenlijk niets anders dan een opsomming van alle opbrengsten en kosten van een onderneming. De uitkomst van deze opsomming geeft dus direct de financiële situatie van uw onderneming aan.Heeft u een bepaald winstpercentage berekend? Of wilt u uw financiële situatie vergelijken met voorgaande jaren? Uw resultatenrekening maakt het duidelijk.
Afschrijving vindt plaats na een investering die langer dan een jaar duurt en meer dan € 450 kost.U brengt de kosten niet in één keer ten laste van je winst, maar spreidt de kosten over de levensduur van je investering. Omdat bedrijfsmiddelen een aantal jaren meegaan, mag je niet alle kosten in het jaar van aanschaf aftrekken. In plaats daarvan moet je afschrijven. Dit betekent dat je de kosten verdeelt over de jaren waarin je het bedrijfsmiddel gebruikt. Elk jaar kun je een deel van de kosten aftrekken. Koop je een bedrijfsmiddel voor minder dan € 450? Dan trek je het bedrag in één keer af als kosten. Je kunt dit het makkelijkst uitleggen aan de hand van een voorbeeld. Stel je koopt een auto, dan verwacht je natuurlijk dat die een aantal jaren meegaat. We hebben het dan over de levensduur van je aankoop (of investering). Dit betekent dat je de kosten waarschijnlijk in één keer betaalt, maar dat je de kosten kunt spreiden over de jaren van de verwachte levensduur. Het verdelen van de gemaakte kosten heet afschrijving.
Een balans is een onderdeel van je boekhouding en een momentopname die de financiële situatie van je bedrijf weergeeft. Op uw balans staan al je bezittingen, schulden en ook je eigen vermogen op een bepaald moment. Uw balans bestaat uit twee kanten, namelijk de bezittingen en de schulden. Het belangrijkste kenmerk van een balans is dat deze altijd in evenwicht moet zijn.
De linkerkant van de balans is de actiefzijde (ook wel de debetzijde genoemd). De activakant bevat al je bezittingen, zoals je bedrijfspand, voorraden, transportmiddelen, maar ook het nog te ontvangen geld (debiteuren).
Vaste activa zijn activa die voor lange tijd aan je bedrijf verbonden zijn, een waarde hebben van meer dan €450 en gebruikt worden voor de bedrijfsvoering. Ze moeten worden opgenomen in de balans van je boekhouding. Vaste activa bestaan uit drie soorten, namelijk: immateriële vaste activa, materiële vaste activa en financiële vaste activa. In het algemeen kan gezegd worden dat vaste activa bezittingen zijn die langer dan een jaar actief zijn in de onderneming. Vaste activa maken deel uit van de balans en staan aan de linkerzijde (activa). Wat valt precies onder vaste activa? Vaste activa zijn bedrijfsmiddelen die niet bestemd zijn om doorverkocht te worden en langer dan een jaar actief zijn in je bedrijf. Zoals gezegd zijn er verschillende soorten vaste activa te definiëren, namelijk: immateriële vaste activa, materiële vaste activa en financiële vaste activa. Hieronder lichten we de soorten toe. Materiële vaste activa: Dit zijn in principe de materiële activa van een onderneming. Voorbeelden hiervan zijn grond en gebouwen, machines en apparatuur, maar ook je bedrijfslaptop. Onder uw materiële activa valt ook de voorraad, Immateriële vaste activa: Immateriële vaste activa zijn de niet-tastbare activa die gebonden zijn aan je bedrijf. Het gaat om licenties, octrooien of bijvoorbeeld ontwikkelingskosten. Financiële vaste activa: Dit zijn participaties in andere bedrijven, aandelen of andere financiële vorderingen. Merk op dat alle vaste activa die we opnoemen meer dan een jaar aan je bedrijf verbonden zijn. Is iets korter actief in je bedrijf? Dan hebben we het over vlottende activa.
Vlottende activa zijn bezittingen in je bedrijf die slechts gedurende één productieproces kunnen worden gebruikt. Met andere woorden, het zijn activa die "snel" (binnen een jaar) kunnen worden afgestoten of omgezet in geld. Daarmee staan vlottende activa eigenlijk lijnrecht tegenover vaste activa die langer dan een jaar in uw bedrijf staan (zoals het gebouw van het bedrijf). Voorbeelden van vlottende activa zijn: een voorraad goederen, grondstoffen, maar ook debiteuren. Wat valt er precies onder deze vlottende activa? Je vindt je vlottende activa aan de activakant van je balans, maar waar valt het allemaal onder? We zetten het op een rijtje: Voorraad Allereerst praten we over de voorraad. Hieronder vallen de goederen die nodig zijn om je eindproduct te maken, maar ook de eindproducten die nog niet verkocht zijn. Ook verpakkingsmaterialen vallen onder je voorraad. Vorderingen Debiteuren vallen ook onder de vlottende activa. Bijvoorbeeld: je hebt een bestelling naar je klant gestuurd en de factuur is meegestuurd. De klant heeft zijn pakket ontvangen, maar de factuur staat nog open. Dit zijn debiteuren (of vorderingen) waarvan je verwacht dat de betaling op korte termijn je kant op komt. Liquide middelen Liquide middelen zoals het saldo op uw bankrekening(en) en tussenrekeningen maar ook op de kasrekening (cash). Verstuur je je facturen met een iDEAL-betaallink? Dan vallen de Mollie-betalingen ook onder uw vlottende activa. Molliebetalingen worden "soepel" omgezet in contanten op uw bankrekening.
In de meeste gevallen heeft elk bezit ook een kostprijs. Als we ons de vraag stellen hoe onze bezittingen worden betaald, komen we uit bij de passiva. Je kunt je bezittingen betalen met eigen vermogen, maar ook met geleend geld. Die financiële verplichtingen (schulden) staan aan de rechterkant van de balans, de passivazijde. Passiva zijn alle middelen waarmee de onderneming wordt gefinancierd, kortom de schulden van de onderneming. De passiva staan aan de rechterkant van de balans en bevatten dus vooral de schulden van je bedrijf. Hieronder vallen bijvoorbeeld openstaande rekeningen (crediteuren) en de BTW die nog betaald moet worden. De passiva zijn eigenlijk alle financiële verplichtingen die je hebt, maar ook je eigen vermogen maakt deel uit van de passiva.
Een bankboek is een onderdeel van de boekhouding en bestaat uit alle uitgaven en ontvangsten die op uw zakelijke bankrekening staan. In het bankboek staan alle transacties volgens de bankafschriften van uw bank. Het bankboek is een van de zogenaamde dagboeken die bij een administratie horen en het lijkt ook een beetje op het kasboek, alleen gaat het dit keer om elektronische betalingen.
Een kasboek maakt deel uit van uw boekhouding. Als u zaken doet met contant geld, moet u een kasboek bijhouden. Een kasboek bevat alle contante transacties die in uw bedrijf worden gedaan. Het kasboek bestaat uit zowel kasuitgaven als kasinkomsten en geeft een overzicht van de dagelijkse geldstromen. Eigen vermogen Eigen vermogen is gelijk aan alle bezittingen minus alle schulden, oftewel bezittingen minus schulden. Het eigen vermogen maakt deel uit van de balans van de administratie van uw bedrijf. De centrale vraag die je hier altijd kunt stellen is: "Wat is mijn bezit en wat is er van geleend?".
Grootboekrekeningen zijn cruciaal om je boekhouding overzichtelijk te houden. Je vindt grootboekrekeningen op je balans, maar ook op je resultatenrekening. Je hebt bijvoorbeeld "geldmiddelen en kasequivalenten" op je balans en "verkoopkosten" op je resultatenrekening. Grootboekrekeningen categoriseren als het ware je inkomsten en uitgaven, en je activa en passiva.
Een jaarverslag is een document dat een samenvatting geeft van de financiële prestaties en andere belangrijke gebeurtenissen van een organisatie gedurende een boekjaar. Het bevat doorgaans informatie over de omzet, kosten, winst, balans en kasstroom, evenals een beschrijving van de belangrijkste activiteiten en prestaties van de organisatie. Jaarverslagen worden vaak gepubliceerd door bedrijven, non-profitorganisaties en overheidsinstanties om hun stakeholders, waaronder aandeelhouders, werknemers, klanten en leveranciers, te informeren over de financiële en operationele prestaties van de organisatie.
Een inventaris is een lijst van alle goederen, materialen, voorraden of andere activa die een organisatie of individu bezit. Het is bedoeld om een overzicht te bieden van wat er op een bepaald moment aanwezig is en wat de waarde daarvan is. Een inventaris kan bijvoorbeeld worden opgesteld voor de voorraad van een winkel, de uitrusting van een bedrijf of het meubilair in een huis. Het kan helpen bij het beheren van de voorraad, het bijhouden van veranderingen in de waarde van activa en het identificeren van mogelijke risico's, zoals verlies of diefstal. Een inventaris kan handmatig worden opgesteld, maar er zijn ook geautomatiseerde systemen beschikbaar die dit proces vereenvoudigen en versnellen.
Debiteuren zijn klanten of personen die geld verschuldigd zijn aan een bedrijf. Stel je voor dat je bijvoorbeeld een klein bedrijf hebt en je verkoopt spullen aan mensen die niet direct kunnen betalen. Dan worden zij jouw debiteuren en heb je nog geld tegoed van hen. Dit bedrag wordt opgenomen in de boekhouding als een schuld van de klant aan het bedrijf en wordt aangeduid als "debiteuren". Het bedrijf hoopt dat de klanten hun rekeningen zo snel mogelijk betalen, zodat het geld weer beschikbaar komt om de kosten van het bedrijf te dekken en eventueel winst te maken. Het beheer van debiteuren is daarom een belangrijk onderdeel van de financiële administratie van een bedrijf.
Crediteuren zijn bedrijven of personen aan wie een bedrijf geld verschuldigd is. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren wanneer een bedrijf goederen of diensten koopt, maar nog niet direct kan betalen. In dat geval wordt het bedrijf tijdelijk een schuld verschuldigd aan de leverancier, wat wordt aangeduid als "crediteuren". Het bedrijf moet de crediteuren op een later tijdstip betalen, vaak binnen een bepaalde termijn die is afgesproken met de leverancier. Het beheer van crediteuren is daarom ook een belangrijk onderdeel van de financiële administratie van een bedrijf, omdat het helpt bij het bewaken van de cashflow en het betalingsproces.
In de boekhouding worden vorderingen beschouwd als een claim op geld. Er zijn korte-termijn vorderingen en langdurige vorderingen. Vorderingen staan op de balans van je boekhouding. In dit artikel leggen we verder uit wat vorderingen inhouden. Korte-termijn vorderingen op de balans Huidige vorderingen zijn vorderingen waarvan je verwacht dat ze binnen een jaar worden betaald. Ze vallen onder de vlottende activa op je balans. Voorbeelden van huidige vorderingen zijn je debiteuren, maar ook de btw die terug te ontvangen is, vorderingen van aandeelhouders of deelnemers. Vorderingen van debiteuren Stel dat je een factuur hebt verstuurd, maar deze nog niet is betaald. Dit betekent dat je een vordering hebt op iemand anders. Dit maakt jou de crediteur en de klant de debiteur. De klant is jou geld verschuldigd. Wil je inzicht krijgen in je debiteuren? Kijk dan op de activa-kant van je balans, waar je de debiteuren vindt onder je vlottende activa. Claim van crediteuren Wie claimt wat van wie? Het kan zijn dat je nog geld verschuldigd bent. Dit betekent dat iemand anders een vordering op jou heeft, en dit maakt jou de debiteur. Dit vind je terug op de passiva-kant van je balans onder de crediteuren. Langdurige vorderingen op de balans Langdurige vorderingen zijn vorderingen waarvan je verwacht dat ze later dan één jaar worden terugbetaald. Ze vallen onder de vaste activa.
Een voorraad bestaat uit goederen die beschikbaar zijn voor productie, verkoop of levering. Deze goederen hebben allemaal een waarde en moeten in uw boekhouding worden opgenomen en op uw balans worden verwerkt. Ook goederen die al in gebruik zijn voor productie maken deel uit van je voorraad. Op je balans zie je voorraad staan onder je vlottende activa. Dit betekent dus eigenlijk dat de voorraad bestaat uit goederen die "vlot" weer weg zijn, of omgezet kunnen worden in geld.
Liquide middelen zijn geld dat in de onderneming beschikbaar is. Dit is de zakelijke bankrekening,kasrekening, creditcardrekening, maar ook rekeningen van betalingsaanbieders zoals Mollie, Paypal, etc. De letterlijke vertaling van "Liquid" is vloeibaar, verwijzend naar het feit dat geld altijd in "beweging" is.
Kortlopende schulden zijn betalingsverplichtingen (schulden) met een looptijd van minder dan een jaar. In uw boekhouding worden kortlopende schulden ook wel kortlopende schulden genoemd. Een kortlopende schuld moet op de balans worden geplaatst als er sprake is van een contractuele betalingsverplichting van minder dan 1 jaar. De reden dat er onderscheid wordt gemaakt tussen deze twee categorieën is dat je als ondernemer beter inzicht hebt in hoe je bedrijf ervoor staat en of het aan zijn betalingsverplichtingen kan voldoen. Kortlopende schulden op de balans Op de balans staan de kortlopende schulden aan de rechterkant (Passiva). Bij Kortlopende schulden kun je denken aan te betalen belastingen (BTW), lonen, maar ook aan kortlopende leningen. Naast kortlopende schulden zijn er ook langlopende schulden waarbij de looptijd van een verplichting langer is dan een jaar. Voorbeelden van kortlopende schulden Onder je kortlopende schulden valt allereerst de te betalen BTW. Als je iets verkoopt, ontvang je daar btw over, die je vervolgens moet betalen, dit wordt gezien als een kortlopende schuld.
Schulden op lange termijn zijn schulden met een betalingsverplichting van meer dan een jaar. In de boekhouding worden langlopende schulden ook wel langlopende schulden genoemd. Het gaat vaak om aflossingen van leningen. De reden dat er onderscheid wordt gemaakt tussen deze twee categorieën is zodat je als ondernemer beter inzicht hebt in hoe je bedrijf ervoor staat en of het aan zijn betalingsverplichtingen kan voldoen. Langlopende schulden op de balans Op de balans staan de langlopende schulden aan de rechterkant (Passiva). Naast langlopende schulden zijn er ook kortlopende schulden waarbij de looptijd van een verplichting niet langer is dan één jaar. Voorbeelden van langlopende schulden Het meest voor de hand liggende voorbeeld zijn leningen, bijvoorbeeld een hypothecaire lening. Een dergelijke lening wordt meestal afgesloten bij de bank, en er moet een vast activum tegenover staan als zekerheid. In dit geval is dit "vast actief" het onroerend goed waarvoor de lening is verstrekt. Zodra u de lening niet meer kunt terugbetalen, kan de bank dit goed opeisen om het te verkopen. Een andere manier van zekerheidstelling is via voorraden en debiteuren. Als de lening niet kan worden terugbetaald, kan de schuldeiser uw voorraden verkopen en de winst opeisen, of achter uw debiteuren aangaan om geld te krijgen. Andere voorbeelden van schulden op lange termijn zijn: - Leasecontracten, bijvoorbeeld voor het leasen van een auto. - Een starterslening voor uw bedrijf. - Een lening via een kredietverstrekker. - Lening voor de aankoop van een voorraad producten.
Kosten en uitgaven zijn nauw met elkaar verbonden, maar er zijn verschillen. Zo komen kosten op uw winst- en verliesrekening terecht en kunnen uitgaven ook als voorraad op bijvoorbeeld uw balans staan. Voor uw administratie is het daarom belangrijk om beide begrippen te kunnen onderscheiden. Nog geen kosten, maar wel al kosten Het kan zijn dat je al kosten hebt, terwijl je nog geen kosten hebt gemaakt. Bijvoorbeeld: u doet een aankoop en ontvangt een factuur. Die heeft u nog niet betaald, dus u heeft nog geen kosten gemaakt. Je hebt dan als het ware een kortlopende schuld op je balans staan. Anderzijds behoort uw aankoop al tot de uitgaven op uw resultatenrekening. Geen kosten, wel een uitgave Uiteindelijk betaalt u uw openstaande factuur. Nu maakt u wel kosten, en dus vervalt de schuld op uw balans. Op uw resultatenrekening verandert er niets. U maakt geen kosten, maar die zijn natuurlijk al verwerkt in uw resultatenrekening.